Inkomensverlies en de mate van arbeidsongeschiktheid
Bij een WIA- uitkering word de hoogte van de uitkering vastgesteld aan de hand van de regels rond het dagloon. Het arbeidsongeschiktheidspercentage van gedeeltelijk arbeidsongeschikten word net op een andere manier vastgesteld, dat gaat volgens de regels van het maatmanloon. Bij de berekening van het maatmanloon kijkt het UWV naar de laatste functie die de werknemer had in het jaar voorafgaande aan de eerste ziekmelding. Deze periode noemen we de referteperiode.
De berekening van het maatmanloon lijkt een tamelijk overzichtelijke berekening, maar de praktijk toont aan dat hierbij ook fouten kunnen worden gemaakt, net zoals bij het dagloon. De gedeeltelijk arbeidsongeschikte die door fouten in de berekening een verkeerd maatmanloon krijgt, heeft hierdoor een te hoog of te laag arbeidsongeschiktheidspercentage. Voor de WIA-uitkering kan dit grote financiële gevolgen hebben.
Berekening WIA-uitkering: het maatmanloon
Philippe Penders ontpopte zich tot een expert in de methodiek van de dagloon- en maatmanloonberekening. Hij geeft onder andere advies in een Facebookgroep die speciaal voor vragen over de WIA is opgericht. De materie is echter zo complex dat ook hij niet altijd een kant en klaar antwoord heeft op vragen als: ‘Wat is het exacte effect op mijn maatmanloon van het toekennen van een leaseauto?’ Maar dergelijke zichtbare elementen zullen doorgaans niet snel leiden tot een foute berekening. “Dat zal eerder gebeuren wanneer er door de salarisadministrateur van de werkgever onvolledige of onjuiste loongegevens worden verstrekt aan het UWV”, zegt Philippe Penders.
Het maatmanloon en praktische schatting
Er bestaat een lange, theoretische, weg naar de berekening van het maatmanloon en er bestaat een kortere die nauwer aansluit bij de werkelijkheid: de praktische schatting. Gezien het chronisch gebrek aan voldoende verzekeringsartsen wordt er vaker overgestapt op deze praktische schatting, waarin de arbeidsdeskundige van het UWV een grote rol heeft. Het resultaat van de re-integratie-inspanningen is hierbij van belang, evenals het daadwerkelijk aantal gewerkte uren. Het is hierbij essentieel dat er kritisch gekeken wordt naar wat de werknemer kan en doet in zijn werk.
Je arbeidsongeschiktheidspercentage, het deel van je oude inkomen dat je niet meer kunt verdienen door je beperkingen, wordt bij een praktische schatting bepaalt op basis van de re-integratieresultaten en het salaris dat je daarmee verdient. “Ga je ver over de grenzen heen van wat je eigenlijk duurzaam zou kunnen omdat je nog zo graag wil, dan zou dat zomaar kunnen betekenen dat je een te laag arbeidsongeschiktheidspercentage krijgt of zelfs helemaal geen WIA”, aldus Philippe.
“Het schattingsbesluit van het UWV voorziet de mogelijkheid een andere referteperiode te kiezen dan het jaar voorafgaand aan de eerste ziekmelding.”
De mate van arbeidsongeschiktheid wordt uiteindelijk uitgedrukt in een percentage met twee cijfers achter de komma. Dat komt dus heel precies. Philippe: “Ik ken iemand die 34,96% arbeidsongeschikt werd verklaard. Die viel dus een fractie onder de ondergrens van 35% en had daardoor geen recht op een WIA-uitkering.”
Berekening WIA-uitkering bij medische afzakker
Ziektes ontstaan vaak niet van de ene op de andere dag. Een werknemer die bijvoorbeeld lijdt aan een chronisch progressieve aandoening zal eerst op karakter en doorzettingsvermogen proberen de kwaliteit van zijn werk hoog te houden. Daarna zal hij of zij geleidelijk stapjes terug doen, zoals geen nachtdiensten meer draaien of onbetaald verlof opnemen. Zulke beslissingen – misschien zelfs gedaan in de verwachting ze te kunnen terugdraaien – hebben een direct effect op het ontvangen loon en dus uiteindelijk ook op de hoogte van het maatmanloon. Arbeidsdeskundigen noemen dat effect een medische afzakker. “Je hebt als werknemer het recht die afzakker te laten corrigeren,” zegt Philippe Penders.
“Elk systeem, hoe complex of eenvoudig het is, moet volgens de wettelijke regels correct worden uitgevoerd.”
“Het Schattingsbesluit van het UWV voorziet in de mogelijkheid een andere referteperiode te kiezen dan het jaar voorafgaand aan de eerste ziekmelding. De bewijslast daarvoor ligt bij de werknemer. Hij of zij moet bij het UWV aantonen dat het rechtvaardig is om een referteperiode te kiezen die een of twee jaar verder in het verleden ligt. Iedereen die zo’n stap zet, doet dat natuurlijk in de verwachting in een hogere klasse van arbeidsongeschiktheid terecht te komen.”
De laagste klasse voor de berekening van arbeidsongeschiktheid is tot 35 procent, daarna die van 35 tot 80 procent en de hoogste klasse loopt van 80 tot 100%. Als de arbeidsongeschiktheid onder 35 procent is, volgt er geen WIA-uitkering. Aangezien het bepalen van arbeidsongeschiktheid alles te maken heeft met inkomensverlies, moet de berekening van het maatmanloon foutloos zijn. Het UWV vindt dat zelf ook.
Bekijk en beluister ook: Berekening WIA-uitkering: het dagloon, Ziek melden of preventief spreekuur? en De gevaren van een medische afzakker
De Werkwaarde podcast wordt mogelijk gemaakt door UwVerzuimregisseur en is een productie van Portretmakers
De ervaren professionals van UwVerzuimregisseur begeleiden werknemers en ondernemers met een chronisch progressieve aandoening bij het verkrijgen van een juiste arbeidsongeschiktheidsuitkering en het behouden van passend werk. De financieel planners geven inzicht in het toekomstig netto besteedbaar (gezins)inkomen en hun lotgenoten bieden ondersteuning in het omgaan met de blijvende gevolgen van ziekte of behandeling.Dit doen ze voor werknemers met aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, Parkinsonisme, Multiple Sclerosis (MS), ALS, Alzheimer, COPD, Huntington, Ehlers-Danlos syndromen (EDS) en Reuma.
Heeft u vragen over chronisch ziek en werk?
Vraag dan een gratis kennismakingsgesprek aan. Ook voor intercollegiaal overleg met zorg- en arboprofessionals.